Tijdens zijn lessen sprak Lao-tse ook vaak over het Niets. Op een dag vroeg één van zijn leerlingen aan hem: “Meester, ik weet niet waar u het over heeft. Hoe kan alles nou Bewustzijn zijn? Hoe kan alles uit het niets voortkomen. Dat slaat nergens op.” En Lao-tse wees naar een vijgenboom en zei tegen hem: “Breng me eens een vijg.” De leerling liep naar de boom en plukte een vijg en bracht die naar Lao-tse. Lao-tse zei: “Breek die vijg eens open.” Dat deed hij. “Wat zie je?” “Zaden.” “Geef me eens één van die zaden.” Hij gehoorzaamde. Daarna gaf Lao-tse hem een mesje en zei: “Snij het zaadje open.” Dat ging nog niet zo eenvoudig, want het zaadje was heel klein. Maar na een paar keer in zijn vingers te hebben gesneden lukte het hem uiteindelijk toch het zaadje open te snijden. En Lao-tse vroeg: “En, wat zie je nu?” “Niets! Binnenin het zaadje zit een holte, absolute nietsheid.” En vulde Lao-tse aan: “Uit dat niets komt heel het universum voort.”
bron: zinnigeverhalen
Reacties